Interview met Reno Keiluhu, Docent Opleiding Handhaver Toezicht & Veiligheid (HTV)

Deel dit bericht

Op het Kenniscentrum Handhaving plaatsen we regelmatig een interview met een handhaver van een gemeente of andere handhavingsorganisatie. Iedereen doet dit werk vanuit een bepaalde passie of met een bepaalde motivatie. Vandaag is het de beurt aan Reno Keiluhu, werkzaam als docent van de opleiding Handhaver Toezicht & Veiligheid bij het Albeda College in Rotterdam.

Wie bent u en wat is uw huidige functie?

Mijn naam is Reno Keiluhu. Ik ben docent Gevaars- en Geweldbeheersing bij het Albeda College in Rotterdam  bij de opleiding Handhaver Toezicht & Veiligheid (HTV).

2. Waarom bent u handhaver geworden?

Heel toevallig ben ik in het vak van docent “gerold” zoals ze dat zo mooi zeggen. Ik heb economie gestudeerd en na heel wat omwegen ben ik in het onderwijs beland. In 2012 startte de opleiding met het “HTV-project”. Eén van de eisen voor de opleider destijds was dat iemand binnen de opleiding verantwoordelijk moest zijn voor het verzorgen van “Fysieke Weerbaarheid”. Vanwege mijn achtergrond als vechtsportleraar kwam die uitdaging bij mij terecht. Sindsdien heb ik onder andere het RTGB-programma binnen de opleiding opgepakt en uitgerold. In samenwerking met de collega’s van IBT- Rotterdam is het programma inmiddels dusdanig aangepast dat het beter aansluit op het moment dat de student ook echt aan het werk gaat.

3. Kunt u iets vertellen over uw taken en werkgebied?

Alle praktische lessen binnen de HTV opleiding worden door mij verzorgd. Dan kan je denken het klaarstomen van de studenten voor de examens BOA Praktijk (het oude Sanctioneren), Bejegening (het oude Dienstverlenen en Calamiteiten), Waarnemen/ Verslagleggen, naast de RTGB lessen. Daarnaast mag ik de studenten basis fietsvaardigheden aanleren die de “Bikers” in Rotterdam gebruiken. Laat ik ze ervaren in hoeverre een de fietssurveillance verschilt van de voetsurveillance die we tijdens de lessen uitvoeren.

Veel tijd besteed ik aan houding en gedrag: Hoe gedraag je je in uniform, hoe voelt het om in uniform buiten te lopen, wat neem je mee als je op surveillance gaat, waar kijk je naar op straat, hoe sta je op straat, waar let je op, waar ben je, draag je het uniform correct etc. Ik zie het als mijn taak om de opsporingsambtenaren in wording een gedegen basis- en beroepshouding mee te geven waar de Praktijkbegeleider bij stage of de toekomstige werkgever op kan voortborduren. Ik hamer op parate kennis, ik verwacht/ ik hoop dat dat studenten een aantal belangrijke wetsartikelen gewoon kunnen dromen, verwoorden en kunnen uitleggen. Hoe vervelend de meeste dat ook vinden. Eenmaal in het veld valt vaak het “kwartje” bij de meeste wel waarom ik dit van ze verlang. Grappig hoe vaak ik van oud studenten nog te horen krijg: “Je lessen waren toch wel heel handig”.

4. Wat is het leukste wat u heeft meegemaakt tijdens uw werk?

Inmiddels werkt nog iets van 80% van de studenten die ik les heb mogen geven nog steeds in uniform. Met veel oud studenten heb ik nog contact. Social Media, Insta, Linked Inn, SNAP maakt het gewoon ontzettend makkelijk om contact te houden. Veel oud studenten werken o.a. als handhaver, bij de Politie, Douane, Kmar, defensie. Ik vind het geweldig mooi om oud studenten in uniform tegen te komen tijdens stagebezoeken of tijdens acties. Ik heb zelfs een oud student die werkzaam is bij Handhaving Bonaire (en wie weet kan ik daar nog eens wat stagebezoeken gaan doen).

Sommige zijn inmiddels mijn contactpersonen geworden. Andere begeleiden mijn huidige studenten tijdens stage. Als ik dan zie wat een professionals dat dan zijn geworden, is het echt “moeilijk” om te geloven dat deze vakmensen ooit als beginneling bij mij in de “schoolbanken zaten”. Dat vind ik echt heel mooi om te zien.

Het allerleukste blijft toch: Werken met jonge mensen die het uniform in willen. Veel studenten kiezen heel bewust voor het uniform en weten gewoon dat dit het werk is wat ze willen gaan doen om welke reden dan ook. Daar heb ik enorm veel bewondering voor. Velen zijn zo gedreven, enthousiast en nieuwsgierig. Werkt aanstekelijk merk ik.

5. Wat is het heftigste wat u heeft meegemaakt tijdens uw werk?

In de schoolomgeving maak ik gelukkig geen heftige dingen mee. Wat ik wel heel vervelend vind en soms heftig vind om te horen, zijn de “heftige” casussen tijdens stage. Stagiaires die met hun Stagebegeleider naar een melding toe gaan ter ondersteuning van andere diensten waarbij slachtoffers zijn gevallen. Dat blijft naar en vervelend. Gelukkig bieden onze stage partners een goede nazorg, maar toch. Ik vind echt naar dat onze studenten, maar ook onze collega’s in het veld hier mee te maken krijgen.

Om die reden hebben mijn collega Guusje (Lombarts) en ik TCO (Team Collegiale Ondersteuning) geïntroduceerd binnen de opleiding, waarbij we de studenten extra blijven volgen, met ze praten en begeleiden. Het is belangrijk dat studenten al vroeg in hun carrière mee krijgen dat het belangrijk is om over dergelijke zaken te praten. We merken dat studenten het ook echt fijn vinden.

6. Heeft u nog tips voor burgers en collega’s om Nederland veiliger te maken?

Ik merk dat veel mensen eigenlijk liever niet aangesproken willen worden. Zeker niet door iemand in de BOA uniform. En veelal helemaal niet op hun gedrag. Heb ik daar een tip voor? Nee niet echt. Ik hoop dat mensen wat meer begrip voor elkaar willen hebben. Ik hoop dat burgers beseffen dat ook een “mens” in dat uniform zit. Ik hoop ook dat de collega’s in uniform zich bewust zijn hoe deze de burger benadert. Vaak weten we gewoon niet wat er zich in het leven van de betreffende persoon plaats vindt/ heeft gevonden op het moment van aanspreken. Blijf vriendelijk en respectvol met elkaar omgaan en let een beetje op elkaar.

About the author
Thijs Quast