Home » Knowledge Base » Besluit beperking rechtsbijstand bij overtredingen

Besluit beperking rechtsbijstand bij overtredingen

Door: Luca van Antwerpen – 2 september 2024

Zo heel af en toe krijg ik de vraag of een staande gehouden verdachte wel of niet op het recht op rechtsbijstand gewezen moet worden. In deze blog geef ik een definitief antwoord op die vraag.

Het Besluit beperking rechtsbijstand bij overtredingen

Op 29 september 2017 heeft de Minister van Veiligheid en Justitie een Algemene maatregel van bestuur gepubliceerd in het Staatsblad. Het ging om het Besluit beperking rechtsbijstand bij overtredingen[1]. In dat besluit was bepaald dat sommige lichte overtredingen aangewezen werden als overtredingen waarbij het recht op rechtsbijstand beperkt werd.

In de Nota van toelichting werd toegelicht dat de rechtsbijstand beperkt werd bij het verhoor van een verdachte die staande gehouden was voor een aangewezen overtreding waarvoor een strafbeschikking uitgevaardigd zou worden.

Mag dat?

Maar mag de overheid het recht op rechtsbijstand wel beperken? Volgens het unierecht is dat onder bepaalde omstandigheden toegestaan. Het Besluit was genomen als onderdeel van de implementatie van een EU-richtlijn[2]. In de richtlijn stond beschreven:

Onverminderd het recht op een eerlijk proces is deze richtlijn, met betrekking tot lichte feiten:

  • waarvoor krachtens de wet van een lidstaat een sanctie door een andere autoriteit dan een in strafzaken bevoegde recht bank wordt opgelegd, en tegen het opleggen van deze sanctie beroep bij een dergelijke rechtbank, kan worden ingesteld, of kan worden verwezen naar een dergelijke rechtbank, of
  • waarvoor geen vrijheidsstraf kan worden opgelegd

alleen van toepassing op de procedures voor een in strafzaken bevoegde rechtbank. Deze richtlijn is in elk geval volledig van toepassing indien de verdachte of beklaagde zijn vrijheid is ontnomen, ongeacht de fase van de strafprocedure.

In de overwegingen 16 en 17 van de preambule van de richtlijn stond:

16. “In sommige lidstaten is een andere autoriteit dan een in strafzaken bevoegde rechtbank bevoegd tot het opleggen van sancties, andere dan vrijheidsbeneming, met betrekking tot relatief lichte strafbare feiten. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn met betrekking tot verkeersovertredingen die op grote schaal worden begaan en die kunnen worden vastgesteld naar aanleiding van een verkeerscontrole. In dergelijke situaties zou het onredelijk zijn de borgen waarin deze richtlijn voorziet. Indien het recht van een lidstaat erin voorziet dat voor lichte strafbare feiten een sanctie wordt opgelegd door een dergelijke autoriteit, en daartegen ofwel beroep kan worden in gesteld ofwel dat de zaak anderszins kan worden door verwezen naar een in strafzaken bevoegde rechtbank, dient deze richtlijn derhalve alleen van toepassing te zijn op de procedure die bij die rechtbank wordt gevoerd naar aanleiding van dat beroep of die verwijzing.”

17. “In sommige lidstaten zijn bepaalde lichte feiten strafbaar gesteld; het betreft met name lichte verkeersovertredingen, lichte overtredingen van algemene gemeentelijke verordeningen en lichte overtredingen tegen de openbare orde. In dergelijke situaties zou het onredelijk zijn de bevoegde autoriteit te verplichten alle rechten te waar borgen waarin deze richtlijn voorziet. Indien het recht van een lidstaat erin voorziet dat voor lichte strafbare feiten geen vrijheidsstraf kan worden opgelegd, dient deze richtlijn derhalve alleen van toepassing te zijn op procedures voor een in strafzaken bevoegde rechtbank.”

Bij Wet van 17 november 2016 [3] is artikel 28ab van het Wetboek van strafvordering toegevoegd. Dit artikel is de grondslag van het Besluit beperking rechtsbijstand bij overtredingen.

Aangewezen overtredingen

In het besluit is bepaald dat de navolgende overtredingen aangewezen werden:

  • De strafbare feiten genoemd in bijlage I van het Besluit OM-afdoening (met uitzondering van de in die bijlage genoemde misdrijven);
  • De strafbare feiten genoemd in bijlage II van het Besluit OM-afdoening die betrekking hebben op de Model Keur;
  • Enige voorschriften bij of krachtens de Winkeltijdenwet.

Motivering

In de nota van toelichting stond de navolgende over de motivering van het besluit:

In de toelichting bij dat artikel (Kamerstukken II 2015/16, 34 157, nr. 11) is aangegeven dat een onbegrensde toepassing van het recht op toegang tot een raadsman tot uitvoeringsproblemen kan leiden bij het verhoor op straat in verband met overtredingen die veelal met een geldboete worden afgedaan. Het openbaar ministerie en de politie hebben daar met nadruk op gewezen. Het ter plaatse realiseren van contact tussen de verdachte en een raadsman is in die gevallen vaak niet mogelijk. Door zich te beroepen op het recht op toegang tot een raadsman zou een verdachte die is staande gehouden kunnen verhinderen dat hem aanvullend ter plaatse vragen worden gesteld over zijn betrokkenheid bij het strafbaar feit. Als de opsporingsambtenaar hem in die situatie toch vragen zou willen stellen, zal hij de verdachte moeten aanhouden of hem moeten ontbieden voor een verhoor op een nader te bepalen tijdstip. Dat is bij overtredingen die ter plaatse worden afgedaan te bewerkelijk of niet goed uitvoerbaar. Zo hebben lang niet alle buitengewoon opsporingsambtenaren de beschikking over een eigen verhoorruimte, zoals boswachters, brandweer commandanten, conducteurs en parkeercontroleurs. Bovendien is het aanhouden van de verdachte in veel gevallen niet noodzakelijk of proportioneel. Daarom worden in dit besluit de overtredingen aangewezen waarvoor het recht op bijstand door een raadsman niet geldt bij het verhoor ter plaatse van de staande gehouden verdachte als voor die overtredingen in de regelgeving een buitengerechtelijke afdoeningsbeslissing is voorzien.”

Besluit is ingetrokken

In artikel 3 van het Besluit werd bepaald dat het Besluit beperking rechtsbijstand bij overtredingen inwerking zou treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Dat koninklijke besluit is echter nooit genomen.

Op grond van artikel XII van het Verzamelbesluit Justitie en Veiligheid 2021 is het Besluit beperking rechtsbijstand bij overtredingen ingetrokken. In de toelichting[4] stond:

Na de totstandkoming van het besluit is gebleken dat de daarbij aangewezen overtredingen in bepaalde gevallen (toch) niet via een strafbeschikking worden afgedaan. Dit is het gevolg van in OM beleid opgenomen contra-indicaties voor het uitvaardigen van een strafbeschikking. Dergelijke contra-indicaties kunnen in bepaalde gevallen pas na het verhoor blijken, bijvoorbeeld bij een controle op recidive. In die gevallen wordt alsnog gedagvaard en had het recht op rechtsbijstand (dus) niet mogen worden beperkt omdat artikel 28ab Sv en de richtlijn ervan uitgaan dat overtredingen alleen dan van het recht op rechtsbijstand mogen worden uitgezonderd als vaststaat dat zij met een strafbeschikking worden afgedaan. Het is voor opsporingsambtenaren op straat echter lastig om vooraf in te schatten of er sprake is van contra-indicaties. De invoering van het besluit onder de voorwaarde dat rekening moet worden gehouden met alle mogelijke contra-indicaties, maakt de situatie voor opsporingsambtenaren bijzonder ingewikkeld. Dit heeft ertoe geleid dat het College van procureurs-generaal en de Nationale Politie zich kort na de totstandkoming van het besluit alsnog uitdrukkelijk hebben uitgesproken tegen inwerkingtreding van het besluit. Inmiddels werken de opsporingsambtenaren al geruime tijd met de geïmplementeerde regelgeving, zonder dat de beperkingen uit het besluit gelden. De gevreesde uitvoeringsproblemen hebben zich tot nu toe niet voorgedaan. Verdachten die staande worden gehouden maken in de praktijk slechts sporadisch gebruik van het recht op rechtsbijstand. Er zijn geen signalen dat dit leidt tot problemen op straat of verderop in de strafrechtketen. Om deze redenen wordt het besluit nu formeel ingetrokken.”

Conclusie

Het Besluit beperking rechtsbijstand bij overtredingen is nooit inwerking getreden. Een verdachte die is staande gehouden voor een lichte overtreding die middels een (politie)strafbeschikking afgedaan wordt, heeft recht op rechtsbijstand.


[1] Besluit beperking rechtsbijstand bij overtredingen, Staatsblad 2017, 345

[2] richtlijn nr. 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 betreffende het recht op toegang tot een advocaat in strafprocedures en in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel en het recht om een derde op de hoogte te laten brengen vanaf de vrijheidsbeneming en om met derden en consulaire autoriteiten te communiceren tijdens de vrijheidsbeneming

[3] Wet van 17 november 2016, houdende implementatie van richtlijn nr. 2013/48/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 betreffende het recht op toegang tot een advocaat in strafprocedures en in procedures ter uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel en het recht om een derde op de hoogte te laten brengen vanaf de vrijheidsbeneming en om met derden en consulaire autoriteiten te communiceren tijdens de vrijheidsbeneming

[4] Verzamelbesluit Justitie en Veiligheid 2021, Staatsblad 2021, 578, p. 10