Door: Luca van Antwerpen – 02 juni 2022
Op verzoek van een collega schrijf ik een blog over parkeren in de berm. Een onderwerp dat voor veel discussie zorgt. In deze blog probeer ik een antwoord te geven op de vraag of het toegestaan of verboden is om te parkeren in de berm.
De regels:
Volgens de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: Wegenverkeerswet) wordt onder wegen verstaan: “alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten”.
In artikel 10 van het Reglement verkeersregels en verkeertekens 1990 (hierna: RVV1990) staan regels over welke weggedeelten niet gebruikt mogen worden door bestuurders van motorvoertuigen. Dat zijn:
- het trottoir;
- het voetpad;
- het fietspad;
- het fiets/bromfietspad;
- het ruiterpad.
De berm wordt niet genoemd in dat artikel.
Volgens artikel 65 van het RVV1990 kan de toepassing van een verkeersbord worden beperkt tot één of meer rijstroken in geval een weg verdeeld is in rijstroken.
Volgens artikel 1, onder D van het Verdrag van Wenen inzake verkeerstekens, 08-11-1968 (Trb. 1974, 36) wordt verstaan onder carriageway: “the part of a road normally used by vehicular traffic; a road may comprise several carriageways clearly separated from one another by, for example, a dividing strip or a difference of level;
Parkeerverbod geldt niet voor de berm:
Op 25 oktober 2013 diende een rechtszaak bij de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland. Een bestuurder had een bekeuring gekregen omdat hij met vier wielen in de berm geparkeerd stond terwijl het verkeersbord E1 aangebracht was aan die zijde van de weg. Volgens de definitie van weg volgens de Wegenverkeerswet behoorde de berm ook tot de weg. De kantonrechter overwoog dat het Verdrag van Wenen inzake verkeerstekens voorrang heeft op de Wegenverkeerswet (zie artikel 94 van de Grondwet). Volgens het Verdrag van Wenen inzake verkeerstekens geldt een verkeersteken (verkeersbord) enkel voor de rijbaan (carriageway). De rijbaan is dat deel van de weg dat gewoonlijk voor het verkeer van voertuigen wordt gebruikt. Een berm wordt gewoonlijk niet voor het verkeer met voertuigen gebruikt en daarom kan het ook geen rijbaan zijn. Omdat het parkeerverbod niet gold voor de berm heeft de kantonrechter de verkeersboete vernietigd (ECLI:NL:RBNHO:2013:10952).
Op 23 mei 2016 dienst er een rechtszaak bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Een bestuurder had een bekeuring gekregen omdat zijn voertuig (in de berm) geparkeerd stond in strijd met het parkeerverbod. Hij was het niet eens met de beslissing van de kantonrechter, die overwoog dat het bord E1 bedoeld was voor de hele zijde van de openbare weg waar het bord geplaatst was en dat de berm deel uitmaakte van de openbare weg. Het Gerechtshof overwoog echter dat volgens de Nota van toelichting van het RVV1990 (Stb. 1990, 459) het bord E1 niet gold voor de berm. Uit de Nota van toelichting bleek namelijk dat de wetgever uit oogpunt van verkeersveiligheid het onwenselijk vond dat voertuigen (buiten de bebouwde kom) niet in de berm mochten parkeren. Uit de Nota van toelichting bleek dat deze aanpassing was aangebracht om in overeenstemming met het Verdrag van Wenen inzake verkeerstekens te worden, zodat Nederland zich kon aansluiten bij dat verdrag. Volgens het Verdrag van Wenen inzake verkeerstekens geldt een bord alleen voor de rijbaan. Met deze uitspraak bevestigde het Gerechtshof dat een parkeerverbod niet geldt op de berm (ECLI:NL:GHARL:2016:3927).
Berm, groenstrook of een park?
In de Algemene plaatselijke verordening kan de gemeente regels stellen ter huishouding van de gemeente. De gemeente kan het parkeren in een park, plantsoen of een van gemeentewege beplanting of groenstrook verbieden. Maar wanneer is er sprake van een park, plantsoen, of een van gemeentewege beplanting of groenstrook?
Op 11 juli 2017 diende er een rechtszaak bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Een bestuurder had een boete gekregen omdat zijn voertuig op een groenstrook stond. Hij was het niet eens met de kantonrechter die onderscheid maakte tussen een berm en een groenstrook. Uit rechtsoverweging 15 van de uitspraak van het Gerechtshof kan opgemaakt worden dat het uiterlijk van de groenstrook doorslaggevend is. In dit specifieke geval oordeelde het gerechtshof dat er sprake was van een groenstrook omdat:
Er meerdere stroken gras aangelegd waren. De stroken gras werden meerdere keren onderbroken door bestrating om opritten te creëren ten behoeve van woonhuizen. Op elke strook gras stond een of meerdere bomen die ten opzichte van elkaar in een rechte lijn zijn gepland. De rijbaan, de bestrating ten behoeve van opritten en grasstroken werden gescheiden door enigszins verhoogde stoepranden. Tussen de groenstroken en de huizen was een voetpad aangelegd. De rijbaan, het voetpad en het gedeelte tussen de grasstroken ten behoeve van de opritten was allemaal voorzien van andere bestrating.
De grasstroken met de geplante bomen in samenhang gezien, maakte dat het gerechtshof van oordeel was dat er sprake was van een groenstrook.
Conclusie:
Het parkeerverbod geldt niet wanneer er sprake is van een berm. Het parkeren in een park, plantsoen of een van gemeentewege beplanting of groenstrook is verboden. De uiterlijke kenmerken van die groenstrook zijn doorslaggevend om onderscheid te maken tussen een berm en een groenstrook.
Jurisprudentie:
- Een in de APV opgenomen verbod om in openbaar groen te parkeren, hoeft niet met verkeersborden te worden aangegeven (ECLI:NL:GHARL:2021:331)
- Een verbod om op een groenstrook te parkeren, geldt slechts voor groenstroken die geen deel uitmaken van de openbare weg in de zin van artikel 10 RVV1990. Omdat de groenstrook tussen een rijbaan en een fietspad ligt maakt de groenstrook deel uit van de openbare weg en geldt het APV verbod niet (ECLI:NL:RBHAA:2006:AY5320)
- Als er een trottoir tussen de rijbaan en de berm ligt, maakt niet dat er sprake is van een groenstrook (ECLI:NL:GHARL:2020:8835)
- Als het voertuig op een ander weggedeelte (een boomspiegel) geparkeerd staat kan er niet bekeurd worden voor feitcode R315b. Mogelijk kan er wel bekeurd worden voor R406 (ECLI:NL:GHARL:2017:3976).
- Als het voertuig op de openbare weg staat kan er geen sanctie opgelegd worden voor het parkeren in een plantsoen. (ECLI:NL:GHARL:2022:470)
- Van een groenstrook kan ook sprake zijn zonder dat de gemeente het groen onderhoudt. (ECLI:NL:GHARL:2021:10142)
- Als het voertuig met twee wielen in het parkeervak en twee wielen in het gras geparkeerd staat, kan er geen bekeuring voor feitcode r315b opgemaakt worden. Mogelijk kan er dan voor feitcode R406 opgemaakt worden (ECLI:NL:GHARL:2015:9705)
- Een onderhouden strook gras met beplanting naast een parkeerterrein is een groenstrook (ECLI:NL:GHARL:2020:4088)
- Enkel het feit dat er sprake is van een verlaagde stoeprand en dat de gemeente het groen onderhoudt, maakt niet dat er sprake is van een groenstrook (ECLI:NL:GHARL:2021:1747)
- Parkeren in een groenstrook is alleen verboden als de groenstrook van gemeentewege is aangelegd (ECLI:NL:GHARL:2021:10260)
- Het onderhouden grasveld naast een parkeerhaven, met verhoogde trottoirband afgescheiden van de rijbaan, is kennelijk aangelegd om de parkeerhavens af te grenzen. Daarmee is sprake van een groenstrook en niet een berm.(ECLI:NL:GHARL:2021:3851)
- Gezien de grootte van het terrein en de aangebrachte, onderhouden beplanting, is er sprake van een groenstrook. Dat een afscheiding rijbaan ontbreekt en er (ook) andere voertuigen op dit terrein parkeren, maakt dit niet anders (ECLI:NL:GHARL:2021:5254)
- Met het oog op een juiste toepassing van de wegenverkeersregelgeving dient bij de interpretatie van het begrip groenstrook mede te worden betrokken hetgeen onder berm wordt verstaan (ECLI:NL:GHARL:2015:4731)
- Het parkeren op een groenstrook is alleen verboden als de groenstrook van gemeentewege is aangelegd. De werking van een verkeersbord is beperkt tot de weg. Een groenstrook maakt daar geen deel van uit (ECLI:NL:GHARL:2022:1548)
- Het direct naast de openbare weg buiten de bebouwde kom gelegen grasterrein, is een berm (ECLI:NL:GHARL:2021:8523)